Home: ZELFVERTROUWEN.NL
1. Welkom
2. Wat is zelfvertrouwen?
3. Algemene informatie
4. Kinderen
current item 5. Jongeren
Periodes en taken
Kenmerken adolescentie
Ontwikkeling
-De rol van de omgeving
Faalangst
Extreme afkeer
Verbetering zelfvertrouwen
Basisbehoeften
6. Volwassenen
De rol van de omgeving 
 

De samenleving als laboratorium ...

De rol van de omgeving gaat tijdens de periode van de adolescentie veranderen. Was in de kinderjaren het gezin het belangrijkste klankbord, wordt de rol van het gezin in de volgende belangrijker. Leeftijdsgenoten gaan dan de belangrijkste referentiegroep van de jongeren worden.
In het algemeen kun je drie veranderingen qua gedrag constateren:
1) er zijn binnen het gezin meer irritaties, conflicten en discussies tussen de ouders en de jongere over verschillen van mening over waarden en normen en gezinsgewoonten ('generatiekloof'); in ieder geval wil hij of zij een ander leven gaan leiden dan de burgerlijke ouders of familie; de jongere wil in die periode dan ook meer zijn zelfstandigheid gaan bewijzen in de vorm van baantjes en een eigen levensstijl;
2) de jongere gaat meer deel uitmaken van een bepaalde jongeren-subcultuur (met eigen taal, kleding, gewoonten) en wordt 'lid' van bepaalde jongerengroeperingen;
3) tussen de jongere en maatschappelijke organisaties en instellingen (zoals school, samenleving) in de vorm van verzet, opstandigheid en afzetten tegen de corrupte samenleving.

Opvattingen van Erich Fromm

Erich Fromm (1941) is van mening dat vrijheid de basis vormt voor het menselijk bestaan. Maar deze vrijheid veroorzaakt ook gevoelens van geïsoleerd zijn en eenzaamheid. Ook het idee dat men anders is dan anderen versterkt deze gevoelens. Er zijn drie manieren om aan deze psychologische last van vrijheid te ontkomen en die men ook bij jongeren kan constateren:
1) Autoritair gedrag: door ofwel zelf dominant te zijn ofwel je te onderwerpen aan dominante andere personen;
2) Destructiviteit: door zaken van anderen en/of van de buitenwereld te vernielen - als poging om je van de overheersende wereld te bevrijden;
3) Automatisch Conformisme: door je eigen zelf en persoonlijkheid in te wisselen voor een die binnen de groep meer sociaal geaccepteerd lijkt (erbij willen horen).
Dit laatste fenomeen kan je constateren doordat jongeren niet alleen vaak dezelfde kleding dragen, dezelfde taalgebruik hanteren, maar ook overeenkomstige gelaatsuitdrukkingen hebben.

Opvattingen van Erikson

Volgens Erik Erikson (in Engler, 1999) groeien kinderen op in een zogenaamde psychosociale omgeving, waarin zij de wereld proberen te begrijpen door een relatie aan te gaan met anderen in hun omgeving. Erikson is van mening dat het sociale aspect een grote rol in het leven van het kind, de jongere en de volwassenen speelt.
Hij maakt onderscheid in acht stadia in een mensenleven. In elk stadium is sprake van een emotionele basis of conflict, dat kinderen op een bepaalde leeftijd ervaren. De stadia volgen elkaar op, dat wil zeggen het geleerde in de ene fase vormt de basis voor de volgende meer complexe fase enzovoorts.

De twee stadia, die in de adolescentieperiode een rol spelen (NB: stadia zijn niet zo leeftijdsgebonden) zijn:

V) Identiteit versus Rolverwarring (vanaf 12 tot ongeveer 18 jaar): in deze periode ontwikkelt de jongere een beeld over zichzelf in vergelijking met andere belangrijke personen. De identiteit wordt dan door de jongeren als iets eigens en als iets stabiels ervaren. Rolverwarring ontstaat wanneer de jongere in de vorm van een identiteitscrisis zich geen eigen rol als volwassene kan eigen maken of wanneer hij of zij zich een negatieve identiteit toeëigent. In de vorm van een verzet, opstandigheid of zich afkeren van waarden en normen in de samenleving. De jongere loopt het gevaar zich buiten de samenleving te plaatsen of door de samenleving uitgestoten te worden.

VI) Intimiteit versus Geïsoleerd zijn (vanaf ongeveer 18 jaar - begin jonge volwassenheid): intimiteit heeft betrekking op je vaardigheid om een zinvolle relatie met iemand anders op te bouwen. Geïsoleerd zijn betekent dat je geen mogelijkheid of vaardigheid hebt om met anderen een relatie te hebben, mede veroorzaakt doordat je te veel op jezelf betrokken bent.

Erikson beschouwt de adolescentieperiode als de belangrijkste periode in een mensenleven. Naast een belangrijke lichamelijke groei en allerlei andere grote veranderingen, moet de jongere ook psychisch met allerlei uitdagingen leren omgaan. Deze periode, ook wel door hem 'moratorium' genoemd, waarin de jongere bepaalde gedragingen uitprobeert en waarin de samenleving toleranter tegenover dit gedrag staat (of zou moeten staan), vormt de schakel tussen de kindertijd en de volwassenheid.


  Periodes en taken
  Kenmerken adolescentie
  Ontwikkeling
  Faalangst
  Extreme afkeer
  Verbetering zelfvertrouwen
  Basisbehoeften



www.confidence.nl