De vreemde relatie tussen biologische leeftijd en activiteiten ...
Vanaf ongeveer 70 jaar wordt er dikwijls een vreemde relatie gelegd tussen de biologische leeftijd van de oudere en de activiteiten die hij of zij zou moeten doen. Ouderen moeten te vaak activiteiten doen die niet overeenkomen met hun mogelijkheden of worden te vaak gedwongen een passieve rol aan te nemen. Met als gevolg een negatieve spiraal: verslechtering van hun functioneren, nog minder activiteiten, nog meer verslechtering enzovoorts. Het gezegde 'Rust roest' gaat in dat verband zeker op. Inplaats van aanmoedigen worden sommige ouderen juist in hun zelfvertrouwen ondermijnd door opmerkingen zoals 'Dat en dat kun je niet ....'.
De wijze Shankara (in Deepak Chopra, 1991) zei ooit: 'Mensen worden oud en sterven omdat zij zien hoe andere mensen oud worden en sterven.' Met andere woorden: je bent echt zo oud als je je voelt of mag voelen!
Verschillen tussen oudere mannen en vrouwen ...
Enkele verschillen in het ouderworden tussen mannen en vrouwen zijn:
* mannen keren - na een druk arbeidsleven - meer naar binnen in het huis toe (willen liever thuis zijn), terwijl vrouwen juist de behoefte hebben - na een druk leven als huisvrouw - om meer de samenleving in te gaan (om cursussen te gaan doen, meer te gaan reizen, mensen op te gaan zoeken). Deze verschillen in opvattingen tussen mannen en vrouwen kan veel irritaties in de relatie geven.
* vrouwen hechten in het algemeen meer belang bij hun uiterlijk (haar, huid, kleding), terwijl mannen dat minder belangrijk vinden.
Een tijd van oogsten ...
Veranderingen op veel gebieden ...
De ouderwordende mens krijgt te maken met veel veranderingen in zijn leven. Lichamelijke functies gaan achteruit. Ook kan er vaak een vermindering van sociale contacten optreden, door bijvoorbeeld het wegvallen van een baan of partner. Verder maakt de eigen rol van ouder langzamerhand plaats voor die van grootouder; een rol trouwens die menige 'opa' en 'oma' met plezier vervult.
Ouderen hebben dikwijls ook moeite met de veranderingen in de samenleving, qua techniek en omgangsvormen.
Veel gebieden waar de volwassenen nog hun zelfvertrouwen of ook een gebrek aan ontleenden beginnen bij het ouder worden weg te vallen of te veranderen. (Zie ook figuur 'Gebieden Zelfvertrouwen' ). Veranderingen vinden plaats ten aanzien van:
1) het uiterlijk:
2) de dagelijkse activiteiten: hobby's komen in de plaats van de functie, die men lang -met plezier of tegenzin -uitgeoefend heeft;
3) de intelligentie: meer moeite met onthouden
4) Omgang met Mezelf/met Anderen (groepen): de omgang met zichzelf en met de ander (partner, kinderen, kleinkinderen, familie, buren, vrienden) wordt op een positieve wijze door de ouderwordende ervaren of vanwege wantrouwen meer als ontevreden bestempeld. Bij het ouderworden en ook vanwege het wegvallen van partner en leeftijdsgenoten bestaat er het grote gevaar van isolement en vereenzaming. Dikwijls mede in de hand gewerkt door een teruggang van de motoriek (lopen) of de zintuigen (slechter horen of zien). Of door een zich in de buitenwereld erg ongemakkelijk, bespot en beschaamd voelen. Het contact met zichzelf kan ook op een positieve wijze ervaren worden omdat de oudere niet meer zoveel van zichzelf hoeft (qua uiterlijk en presteren) en mogelijk door zijn levenservaringen ook wijzer geworden is.
5) Afkomst en levensgeschiedenis gaan voor de oudere een steeds grotere rol spelen. De ervaringen die hij heeft opgedaan in zijn kindertijd, jeugd en volwassenheid worden meer en meer een belangrijk bestanddeel van zijn zijn.
6) Opleiding, Ervaring en Kennis worden geïntegreerd in de levensgeschiedenis van de oudere; zijn beroep vormt een deel van zijn identiteit ("Ik was ....!").
7) Persoonlijkheid (karakter, gewoonten): lijken bij de oudere wat meer te verstarren; hoewel er natuurlijk grote verschillen tussen ouderen zijn.
8) Principes, Normen en waarden, Tradities, Religie: vormen voor een aantal ouderen een belangrijke basis voor hun leven.
9) Bezit, Eigendom (ook inkomsten): het hebben van bezit, eigendommen en inkomsten geven ouderen dikwijls het gevoel van zekerheid, vooral in situaties, wanneer andere zekerheden meer en meer lijken te gaan vervagen (zoals de eigen lichamelijke en geestelijke mogelijkheden).
10) Behoeften: vooral op het gebied van een zinvolle dagbesteding, verzorging en veiligheid gaan een meer belangrijke rol voor ouderen spelen.
11) Hobbies, Interessen: dikwijls worden een aantal activiteiten uit het verleden weer opgepakt.
12) (Andere) Vaardigheden: zoals bijvoorbeeld op lichamelijk (wandelen, zwemmen), geestelijk en creatief gebied zijn voor een aantal ouderen erg belangrijke zaken.
Opmerking:
Dikwijls kan men bij ouderen constateren dat ze een manke vergelijking maken tussen de vroegere situaties en mogelijkheden en de huidige (verminderde) situaties. En dat ze dan met spijt opmerken dat ze toch niet meer zoals vroeger de dingen kunnen uitvoeren en daarbij helaas uit het oog verliezen dat ze nog tot veel andere activiteiten in staat zijn. Misschien met een lager tempo. In dit verband kun je opmerken dat je - in welke fase van je leven je ook zit - altijd kunt 'roeien met de riemen die je (nog) hebt'.
Eindelijk eens aan dingen toekomen ...
In gesprek met ouderen hoor je dikwijls dat ze de huidige situatie ook als een periode met meer rust ervaren. Ze hoeven zich niet meer zo druk te maken over levensonderhoud, hoge rekeningen, hypotheek en dergelijke. Vaak genieten ze meer van hun kleinkinderen dan dat ze ooit van hun eigen kinderen hebben gedaan.
Of nu kunnen ze eindelijk eens bepaalde activiteiten gaan ondernemen, waaraan ze in hun drukke leven niet toe konden geven.
Op deze wijze kunnen ze nu eens eindelijk genieten van het vele 'zaaien' dat ze tijdens hun leven al gedaan hebben.
|
|